dinsdag 21 januari 2014

Allemaal amateurarcheoloog.

Een gezellig vuurtje? Een warme jas? Een lekkere maaltijd? In de prehistorie was het niet zo vanzelfsprekend. Hoe het dan wel moest vertelde archeoloog Sven deze week aan de leerlingen van het eerste jaar. Zo liet hij bijvoorbeeld zien hoe de eerste mens vuur maakte met vuurstenen en een tondelzwam. De leerlingen mochten heel wat uittesten tijdens de workshop, maar dit uiteraard niet.




Daarna vertelde hij iets meer over de vuurstenen als werktuig. Iedereen ging aan de slag om zelf 'afslagwerktuigen' te maken. Uit de afgeslagen stukjes steen maken ze de fijnere werktuigen, zoals de punt van een speer, een pijl, een harpoen of een sikkel. De grotere werktuigen konden gebruikt worden als mes of schraper. 




Een schraper? Waar is dat goed voor? De archeoloog had een dierenhuid meegebracht en schraapte met de steen de pels van de huid. Toen hadden we al een lap leder, maar nog geen jas. Om het leder zacht en soepel te krijgen, moesten de oermensen het eerst in urine laten weken en daarna zacht kauwen met de tanden. Jakkes! 




Als laatste mochten de eerstejaars hun jachttechnieken testen. Twee pluche dieren stonden op het avondmaal, als de leerlingen de dieren met hun speer konden vangen, tenminste.

Eén ding stond in elk geval vast: de workshop was een geweldige ervaring.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten